vrijdag 15 mei 2015

Duurzaam Veilig: de rol van de fysieke omgeving in veiligheidsvraagstukken

In een wijk klagen bewoners over criminaliteit. In een winkelcentrum voelt het winkelende publiek zich onveilig. In een spreekkamer van een Sociale dienst ontstaat een ernstig agressie-incident.

Zo op het eerste gezicht zijn de drie genoemde situaties heel verschillend en van een heel verschillende orde zijn. Toch zou het kunnen zijn dat ze iets gemeen hebben. 

Dit gemeenschappelijk kenmerk speelt vaak mee in situaties van criminaliteit en agressieproblematiek maar wordt meestal onvoldoende onderkend. 

Het kenmerk is de rol die de fysieke omgeving speelt in het optreden van gewenst en ongewenst gedrag. Het gaat dan om de manier waarop een wijk, winkelcentrum of spreekkamer is ontworpen, ingericht en wordt gebruikt en beheerd. 

Al sinds de jaren ’60 van de vorige eeuw wordt door wetenschappers en mensen uit de praktijk van criminaliteitspreventie de link gelegd tussen optredende criminaliteit en agressie en de kwaliteit van de fysieke werk- en leefomgeving. 
Door meer aandacht te besteden aan het ontwerpen, inrichten en beheren van de fysieke omgeving kan veiligheid en veiligheidsbeleving duurzaam worden ontwikkeld.

In dit blog wil ik je een beetje vertrouwd maken met de term CPTED.

CPTED staat voor Crime Prevention Through Environmental Design, afgekort CPTED (spreek uit: Septed), vertaald naar het Nederlands: Sociaal veilig ontwerpen. Het is een discipline die zich richt op de relatie tussen omgeving en crimineel gedrag. 
De stelling die vanuit CPTED wordt gedaan is ‘Een goed ontwerp, een goede inrichting en een goed gebruik/beheer van de fysieke ruimte draagt bij aan het optreden van gewenst gebruikersgedrag en remt ongewenst gebruikersgedrag (lees: criminaliteit).’ Daarnaast richt CPTED zich niet alleen op het echt voorkomen van incidenten maar ook op het veiligheidsgevoel van mensen.

Niet altijd is namelijk een plek die veilig voelt ook echt veilig. En ook het omgekeerde geldt: Een omgeving is objectief gezien veilig maar mensen voelen zich er onveilig. De relatie tussen omgeving en veiligheidsgevoel is complex. Toch gelden er een aantal algemene kenmerken van de omgeving waarvan we weten dat de meeste mensen zich er onprettig bij voelen. Het zijn deze kenmerken die je probeert in het bouwen en inrichten van een plek te voorkomen. Een aantal van deze kenmerken zijn:

  • Stil/doods (afwezigheid van kunstmatige, menselijke en natuurlijke geluiden)
  • Donker (afwezigheid van lichtbronnen)
  • Schaduwwerking (prikkelt negatieve associaties bv. Denken dat er iemand in het donker staat terwijl 
  • het de schaduw is van een struik)
  • Je kunt er geen kant op, voel me ingesloten (geen mogelijkheid om te vluchten)
  • Onoverzichtelijk (onvoldoende zichtlijnen, kan niet goed zien wat er is of wie er is)
  • Slechte oriëntatie (weet niet precies waar ik ben en waar ik heen moet)
  • Sporen van ongewenste gebruikers (lege bierflesjes, spuiten, vernieling, graffiti)
  • Mensen die me niet aanstaan (hangjongeren, etnische groepen, voeltbalsupporters, etc.)
  • Weinig andere mensen in de buurt (verlaten; geen hulpmogelijkheid aanwezig)


Een plek, locatie, object met meerdere van deze kenmerken kan snel uitgroeien tot een ‘enge plek’. 

Wanneer mensen een plek gaan ervaren als een enge plek dan betekent dit vaak dat het volgende proces zijn intrede doet:
  • Mensen gaan steeds minder gebruik maken van deze plek (er treedt vermijding op)
  • Het gedrag van gebruikers op deze plek veranderd (gewenste gebruikers worden in hun gedrag onzekerder; ongewenste gebruikers worden versterkt in ongewenst gedrag)
  • Het eigenaarschap m.b.t. deze plek neemt af evenals de sociale controle (minder ‘ogen’ en minder betrokkenheid)
  • Minder zorg, aandacht en onderhoud (meer sporen van sociale onveiligheid)
Een negatieve spiraal treedt op!

Op welke plekken vinden we vaak deze kenmerken?
  • Donkere en verlaten plekken
  • groengebieden, afgelegen sportaccommodaties; braakliggende terreinen; kantoorgebieden; 
  • geïsoleerde loop- en fietsroutes; geïsoleerd gelegen haltes voor openbaar vervoer – tram, bus 
  • metro
  • Tunnels; viaducten en parkeergarages
  • Drukbezochte plaatsen/plekken waar door bepaalde groepen een dreiging van uitgaat
  • horecagelegenheid, stadion, station
  • Slecht onderhouden gebieden die sporen van verpaupering vertonen
  • leegstand van huizen, vervuiling, vandalisme, graffiti
  • Semiopenbare ruimte in grootschalige wooncomplexen
  • brandgangen; trappenhuizen; galerijen, bergruimten, openbare portieken
  • Wanneer er vraagstukken spelen rondom veiligheid en onveiligheid bekijk dan altijd of er in de vraag sprake is van bovenstaande locaties. Vaak speelt dit bijvoorbeeld in winkelcentra, flatcomplexen en bepaalde wijken. 


Wat is dan eigenlijk een goed ontwerp?

Een goed ontwerp is een ontwerp dat past bij de behoeften van de gebruikers. 

Wanneer een gemeentehuis zich huisvest in een monumentaal klooster is dat vanuit cultuur en historie misschien een goede keuze. 
Vanuit agressiepreventie en sociale veiligheid is dit waarschijnlijk een probleem. Het klooster is namelijk in zijn ontwerp nooit gebouwd op het aanbrengen van zichtlijnen en transparante materialen (voor sociale controle), en het aanleggen van korte aanlooproutes (voor snelle bijstand door een interventieteam). 

In het komen tot een goed ontwerp en een goede inrichting ga je altijd uit van de volgende vraag: Wat wil ik dat hier wel en niet gebeurt. De antwoorden die je geeft moeten op gedragsniveau worden bepaald. 

Wat wil dit zeggen? Stel je voor dat je op een station aangeeft dat je niet wilt dat er zwervers verblijven. Dit is termen van CPTED te algemeen. 
Wat je moet doen is aangeven dat je wilt dat personen bv. niet slapen op het perron. De banken waarop door zwervers kan worden gelegen hebben eigenlijk een ander doel namelijk zitten. Door de banken een ander ontwerp te geven (bv. met een beugel in het midden van de bank) herstel je de zitfunctie en maak je de ligfunctie onmogelijk. Zo stuur je in CPTED op gedragsdoelen. 

Vanuit CPTED zijn er verschillende uitgangspunten die je kunt betrekken in het komen tot een goed ontwerp en een goede inrichting van de ruimte. 
Hieronder vind je een overzicht van uitgangspunten. Het gaat op deze plek wat te ver om ieder uitgangspunt toe te lichten maar misschien geeft het totaal je een indruk van waar het in sociaal veilig ontwerpen om gaat.


  • Natuurlijk toezicht / Zien en
    gezien worden. 
  • Verlichtingsaspecten
  • Natuurlijke toegangscontrole; toegankelijkheid.
  • Eigenaarschap, identificatie (laten zien van wie de ruimte is) 
  • Scheiding tussen publiek en privaat 
  • ‘Broken windows’ / Waardecreatie; attractiviteit (schoon en heel) principe
  • ‘Signing’, oriëntatie en anticipatie.
  • Aanbrengen van communicatiemogelijkheden.
  • Versterken van de gewaarwording van aanwezigheid.
  • Bepalen en beheersen van de kritische massa / het juiste aantal (niet teveel en niet te weinig) gebruikers voor de betreffende ruimte.
  • Scheiden van conflicterende activiteiten
  • Plaats onveilige activiteiten op veilige locaties.
  • Plaats veilige activiteiten in (relatief) onveilige locaties.
  • Sturen van verkeersstromen.
  • ‘Design Against Crime’ ontwerpen voor gebruiksvoorwerpen.
  • Inzet geluid, licht, kleur, materiaal conform vastgesteld gedragsdoel.

Naast afspraken maken (wetgeving, beleid en procedures), vaardigheid vergroten (weerbaarheid, klantgericht communiceren, conflicthantering, agressiepreventie en geweldsbeheersing) en technische beveiliging (toegangbeheer, cameratoezicht, alarmeringssystemen) is dan ook het ontwerpen en inrichten van de fysieke ruimte van groot belang in het veiliger maken van de woon- en werkplek. Kennis dragen van een aantal belangrijke CPTED uitgangspunten kan je als docent Gevaarsbeheersing helpen in het nog beter adviseren van je klant op het gebied van sociale veiligheid.

Over de blogger


Rob van den Biggelaar, 50 jaar, is werkzaam als zelfstandig adviseur en trainer op het gebied van sociale veiligheid, arbeid en gezondheid en management development. In de periode 2003 – 2006 reisde hij verschillende keren naar de VS om daar te worden opgeleid in CPTED. Vervolgens ontwikkelde hij samen met een collega adviseur de eerste CPTED opleiding in Nederland. Vanuit deze achtergrond wordt hij met regelmaat gevraagd te adviseren over sociaal veilig ontwerpen, inrichten en beheren van de fysieke ruimte.


Websites: 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten