vrijdag 12 december 2014

De docent in z’n kracht

De behoefte aan trainingen in omgaan met agressie en geweld wordt in deze tijd in diverse branches steeds groter. Werkgevers vinden het steeds belangrijker dat hun personeel op een goede manier omgaat met de groter wordende groep agressieve klanten.

Soms vinden de deelnemers de training minder noodzakelijk als hun leiding.

Na een enthousiast gesprek met de opdrachtgever, ben ik gedreven om een mooie training neer te zetten. Dan sta je daar met je voorbereiding en veel goede zin en komen er stuk voor stuk deelnemers binnen die het nut en belang er eigenlijk niet zo van inzien. 

Deze deelnemers hebben het gevoel dat ze “verplicht” naar een cursus moeten en spreken dat ook uit. Vervolgens wordt er gevraagd of het niet te lang duurt en hoe laat we klaar zijn. Gelukkig komen er dan ook nog een paar mensen die willen leren, een verademing. 
De neiging zou er kunnen zijn om me te irriteren aan het gedrag van die niet gemotiveerde cursisten, want voor mij is de training op dat moment het belangrijkste en interessantste. Er is dan nogal een contrast.

Voor mij een bekende situatie. iedereen die IBT docent is geweest of is, weet dat omgaan met minder gemotiveerde deelnemers er ook bij hoort. De neiging is er om te zeggen dat het vervelende persoonlijkheden zijn of zelfs spreken van een “slechte” groep.

Er is voor mij steeds weer de uitdaging om deelnemers te verleiden tot leren.

Daarbij heb ik de overtuiging dat iedereen te motiveren is. Naast flexibel kunnen schakelen in je oefenstof is het eerst belangrijk dat er de motivatie is om te willen leren.


  • Hoe kan ik ze het nut en belang duidelijk maken van mijn onderwerp? 
  • Hoe zorg ik dat ze zin hebben om een oefening te doen?

Door het model van de Galan heb ik gezien dat het belangrijk is om eerst een fundament neer te zetten. namelijk zorgen dat de mensen gemotiveerd zijn om te leren.

Je wilt dat deelnemers de training doen omdat ze zelf vinden dat het belangrijk is (intrinsiek) en niet dat ze het alleen maar doen omdat het opgelegd is. In de didactiek van de Galan wordt dit bereikt door te zorgen dat ze ‘pijn’ en ‘vertrouwen’ voelen.

Pijn is de bewustwording dat wat je doet voor verbetering vatbaar is.

Met name het idee en gevoel dat het nu niet zo handig gaat en je hier “last van hebt” geeft de prikkel om je te willen verbeteren. 

Vertrouwen is van fundamenteel belang. Vertrouwen van de deelnemer in zichzelf, in de trainer en de training maar ook van de trainer in de deelnemer. 
De deelnemers moeten ervan overtuigd zijn dat de training hen gaat helpen om het beter te doen en dat jij het ze kan leren. Als er geen vertrouwen is in de trainer is dat geen beginpunt voor een training en is het eerst belangrijk dat er door de trainer wordt geïnvesteerd op de relatie met groep. 

Als jij als trainer werkelijk vertrouwen uitstraalt in het resultaat dat de deelnemer gaat bereiken, dan zal de deelnemer sneller overtuigd zijn dat dit gaat werken.

• Hoe ga ik de deelnemers pijn laten ervaren en vertrouwen geven in m’n training?

In “ de glijbaan van Galan” is er een keuze uit 3 werkvormen; Confronteren, reflecteren en introduceren. Naarmate deelnemers uit zichzelf minder ‘pijn’ en ‘vertrouwen’ hebben, moet je meer moeite doen om hen te motiveren en moet je hoger op de glijbaan starten.



De glijbaan van de Galan








Confronteren


Als deelnemers nergens last van hebben, moet je zorgen dat ze last krijgen. Dat doe je door hun een situatie uit hun praktijk voor te leggen en hen uit te dagen dit goed aan te pakken. Bijvoorbeeld bij een training in aanhoudingstechnieken de deelnemers een opdracht te geven waarbij ze zonder uitleg zelf een oplossing laten zien. Hierbij zie je als trainer natuurlijk veel dingen die voor verbetering vatbaar zijn en op deze ontstane “pijn” en leervraag kan je dan mooi inspelen.

Bij een training in overvallen kan het zijn dat de deelnemers, na het zien van een video of het horen van de aantallen overvallen per jaar, zich ineens beseffen dat het hun ook zou kunnen gebeuren. Het gevoel wordt helemaal verstrekt als men er achter komt dat er binnen het team nog geen duidelijke afspraken zijn gemaakt betreft dit soort calamiteiten.

Let op: Confronteren mag niet ten koste gaan van de veilige leeromgeving. Er ligt een grens tussen uit de comfort zone gaan en willen leren en verbeteren en in de weerstand gaan. De deelnemer moet er zelf achter komen dat deze nog te leren heeft dat hoeft niet extra door de trainer benadrukt te worden.



Reflecteren


Soms hebben deelnemers wel pijn, maar geen vertrouwen. 
Ze hebben het gevoel dat ze geen invloed hebben op hetgeen wat ze willen aanpakken. 
Het is aan de trainer hierop te differentiëren en uit te gaan van de kwaliteiten van de deelnemer. 

Natuurlijk kunnen ze wel invloed hebben op een situatie, maar dan wel op een andere manier.
Een deelnemer kan het vertrouwen in eigen kunnen verloren hebben door een eerder opgedane ervaring. 

De trainer geeft aan dat iets leren vallen en opstaan betekent en dat het in het verleden blijkbaar nog niet op de juiste manier ging. Bijvoorbeeld tijdens een les controletechnieken geeft een vrouw aan dat ze nooit sterk genoeg is om een man te controleren. Dit moet ook niet haar streven zijn. Zij moet het dan meer hebben van andere technieken en het samenwerken. 

Het is ook belangrijk op te merken dat veranderen met kleine stapjes gaat en dat iedere stap een mijlpaal is in de goede richting. Geduld met jezelf is ook een belangrijk punt.


Introduceren


Als deelnemers al pijn en vertrouwen hebben, hoef je alleen het probleem te benoemen (pijn) en aan te geven wat je hun gaat leren (vertrouwen). 

“ Lastig dat jullie zo veel tegenwerking krijgen van klanten en al helemaal als ze dan ook nog agressief gaan doen. Ik kan me voorstellen dat dit niet hetgeen is waar je voor naar je werk gaat’ “ We gaan vandaag manieren leren om de relatie met de klant goed te houden en om op tijd je grens aan te geven.”

Als de motivatie er is om te leren dan zie je dat aan een oplettende groep en je voelt dat ze er zin in hebben.

De motivatie om te willen leren opent de deur om vervolgens verder in te spelen op ieders manier van leren.

Als er eenmaal het verlangen is om beter te worden en het vertrouwen in eigen kunnen, kan je als trainer zorgen dat iemand boven zichzelf uitstijgt!

Het blijft altijd maatwerk, geen situatie is gelijk en elk mens heeft eigen ‘handvatten”. Dit zorgt ervoor dat ik bevlogen ben met het aanreiken van tools voor positieve gedragsverandering. Iedereen is het waard om zich goed in zijn vel te voelen en om daardoor alle mogelijkheden te hebben om te excelleren.



Bron: 


Didactiek voor trainers, Karin de Galan


Over de blogger:



Remy Nieuwenhuizen, heeft na de opleiding tot Judo en Jiu jitsu leraar, gewerkt als IBT instructeur bij de Koninklijke Marechaussee.
Bij de KMAR heeft hij aan veel afdelingen en eenheden van de Nederlandse Krijgsmacht lesgeven in aanhoudings,- en zelfverdedigingstechnieken. 
Hij heeft zich inmiddels ontwikkeld tot leraar lichamelijke oefening 1e graad, NLP trainer en docent Gevaarsbeheersing. In 2012 startte hij het bedrijf Weerbaar Nederland, waar hij met veel plezier en succes trainingen geeft in o.a. omgaan met agressie en geweld. Hiernaast is hij nu werkzaam als docent orde en handhaving bij het ROC ID college.

www.weerbaarnederland.nl

Linkedin profiel Remy Nieuwenhuizen




Het bestuur van SRDG en alle bloggers wensen u fijne feestdagen toe! 



Het volgende blog plaatsen we halverwege januari.

vrijdag 14 november 2014

Een duivels dilemma

In de linkedingroep Docent Gevaarsbeheersing/ Weerbaarheid legde ik aan alle leden een dilemma voor waarop zeer divers gereageerd werd:

Stel je voor:

De directrice van een kleine zorginstelling vraagt jou om advies. Haar instelling heeft drie weken geleden de deuren geopend van een pand waar dakloze jongeren tijdelijk onderdak, een boterham, een kop koffie en een luisterend oor kunnen krijgen.

Het is een wat ouder pand met meerdere kleine kamers. Er zijn continue vier medewerkers in het pand die zich verdelen over de kamers. Het is nu al twee keer voorgekomen dat twee jongens met elkaar op de vuist zijn gegaan en dat het personeel ter nauwer nood veilig heeft kunnen ingrijpen. De medewerkers hebben de directrice om extra aandacht voor hun veiligheid gevraagd.




De directrice legt je drie keuzes voor:
  1. Schaf ik camera's aan om de ruimtes te observeren, zodat de andere medewerkers het zien als ze naar een andere ruimte moeten gaan om hun collega's te helpen; 
  2. Schaf ik portofoons aan, zodat de medewerkers elkaar kunnen oproepen; 
  3. Laat ik alle medewerkers een cursus van 10 lessen weerbaarheid/ gevaarsbeheersing volgen; 
De directrice heeft op dit moment de financiën voor één van de drie oplossingen. Wellicht komt er in de toekomst meer geld vrij, maar dit is niet zeker.

Ik ben benieuwd wat jij zou adviseren en waarom?


Antwoorden

Alle drie de mogelijkheden werden om verschillende redenen gekozen en af en toe kwam er zelfs een vierde mogelijkheid om de hoek. Ik heb de mogelijkheden hier proberen te categoriseren.
Iedere nieuwe reactie geef ik aan door "reactie" voor de reactie te plaatsen.

Mens

Bron:
 http://www.denkraam.info/blog/daklozen-overnachten-in-winteropvang/
"reactieMijn persoonlijke voorkeur blijft toch uitgaan naar het ontwikkelen van mensen. Portofoons en camera's zijn toch vooral (elektronische) hulpmiddelen die door mensen bedient worden. Het gevoel van veiligheid komt voor mij echt voort uit het innerlijk van de mens.

Een camera en een portofoon kán helpen bij het alarmeren van collega's. Als die collega's aansluitend niet op de juiste manier handelen is het effect echter minimaal. Ik ga dus voor het aanbieden van training. "reactieIk zou haar, als eigenaar van een beveiligingsbedrijf, gratis een RI&E analyse voorstellen en van daaruit een beveiligingsadvies op maat doen toekomen.


Een beveiligingsoplossing is geen oplossing maar vaak een lapmiddel. Vanuit het beschikbare budget gaan kijken naar meervoudige maatregelen die integrale beveiliging aanbieden.
Alles in zeer nauw overleg met de klant en dan goed luisteren naar het personeel op de werkvloer.


Jezelf profileren als beveiliger en niet als politie is hierbij voor de beveiliger een must. Autoritair zijn geeft vaak het tegenovergestelde. Duidelijkheid en eerlijkheid zijn je belangrijkste wapens. Pedagogisch is een toverwoord. 

Protocollen, huisregels zijn een must en die ook consequent handhaven en ja laat ze maar een keer op hun bek gaan en laat er maar een paar vertrekken. Niets mis mee, maar op den duur krijg je er wel een veilige zorginstelling mee. 

De taak van de beveiliger is heel goed observeren door er tussen te staan (niet er boven). Gesprekken voeren met de jongelui. Met respect elk niet te tolereren gedrag meteen de kop indrukken door hun aan te spreken en te wijzen op gemaakte afspraken en het gevoerde beleid.

Jongeren die daar niet mee wensen om te gaan, verwijderen door de toegang voor een bepaalde tijd te ontzeggen. Bijvoorbeeld voor een dag. Respectvol benaderen en beleid duidelijk en eerlijk uitvoeren. Daarnaast de jongeren iets bieden zoals een goed gesprek, van daaruit vervolg beleid doorvoeren in de zin van financiële begeleiding, afkicken van drugs en of drank, behandelen van de (achtergrond)problematiek zoals sexueelmisbruik, psychiatrische stoornis en bedenk zelf er nog maar een aantal bij. 

Agressie ontstaat vaak uit angst, achterdocht, uit psychoses en wantrouwen. Als je die kunt tackelen ben je op de goede weg. Een beveiliger moet rust, zelfvertrouwen en integriteit laten zien in zijn verbale en non-verbale gedrag. Vechten is het allerlaatste wat een spw-er en ook de beveiliger moet gaan doen. De politie heeft het geweldsmonopolie en dat moet je daar ook vooral laten zitten.

"reactieTja, moeilijk. Ik zou toch meer info willen denk ik. Wat is te nauwer nood? Waren ze er net op tijd bij voor e.e.a. verder escaleerde, duurde het te lang voor er voldoende assistentie was om in te grijpen? of voelen ze zichzelf niet capabel genoeg om veilig in te grijpen? Hoe is het pand ingericht? Is er een handelingsplan/protocol voor dit soort calamiteiten en heeft dit in deze gevallen gewerkt of niet, en zo nee, waarom niet?


Het kan ook juist de veiligheid verhogen wanneer medewerkers weten wat er wel en niet van hen verlangd wordt bij zulke calamiteiten. En vaak liggen dit soort dingen vastgelegd in een handelingsprotocol. Vandaar dat ik deze vraag zou stellen.

Een advies of richtlijn in dezen zou bijvoorbeeld kunnen zijn dat het personeel helemaal niet fysiek in mag grijpen bij zulke incidenten, maar alleen mag evacueren en observeren vanaf veilige plek en de politie mag bellen. Dan is een fysieke (weerbaarheids) training helemaal niet aan de orde.

Zeker in dit soort settings weet je helemaal niet in wat voor situatie je verzeild raakt als je fysiek ingrijpt. Een wapen of enge ziektes liggen om de hoek te loeren, dus ik zou er niet snel voor kiezen om het personeel te trainen als niet direct en acuut hun eigen veiligheid in gevaar is. 
Het is ook veel natuurlijker om terug te treden uit gevaarlijke situaties en veiligheid op een andere manier te organiseren. 

"reactieHet zou zelfs niet eens misstaan als advies. Wellicht is er dan te investeren in een "safe room" totdat de politie er is. 

"reactieIk heb zelf ook ervaring met een dergelijke doelgroep. Mijn ervaring is dat camera's niet helpen. Wellicht is deze doelgroep anders. Maar vaak leert de praktijk dat jonge daklozen het niet nauw nemen met de regels en de eventuele sancties. 
Ze hebben het gevoel dat ze niks te verliezen hebben en daarom heeft een camera ook meestal weinig invloed op hun. Daarnaast moet er iemand naar de camera kijken en dat kost de organisatie veel geld. Daarnaast komen veel van deze jongeren met drugs in aanraking en kent een dubbeldiagnose (zowel psychiatrische stoornis als drugsverslaafd). Dit maakt de roep naar getrainde werknemers alleen maar groter. Vaak blijft het namelijk niet bij wiet, maar alcohol en harddrugs waardoor men ook veel agressiever wordt.

Om de hulpverleners hun werk te laten kunnen doen moeten ze twee dingen kunnen doen.

• Weten of en hoe ze moeten handelen (dit kan dmv training)

• Communiceren om elkaar te ondersteunen.

Dan moet er dus gekozen worden voor zowel portofoons als een cursus. Aangezien ze beiden belangrijk zijn zou ik kijken naar de noodzaak van beiden. Mijn ervaring leert dat een portofoon niet altijd nodig is, omdat het met een goede schreeuw ook te doen is. En hoe je op de juiste manier kan schreeuwen en om hulp kan vragen in een gebouw kan men weer leren op een cursus.

Dus ik zou voor de cursus gaan als portofoons niet nodig blijken te zijn. Zijn ze wel nodig? Dan zou ik toch voor de portofoons gaan of een andere manier van communiceren.
Daarnaast zou ik het dringende advies geven om een goed beleid te voeren. Een vriend van mij werkte ook bij een dergelijke organisatie waar eerst beveiligers nodig waren, omdat er regelmatig iemand uit gezet moest worden. Nu komen ze ipv enkel voor een slaapplek ook voor een hulpverlenings-traject. Dit houdt in dat als ze niet mee werken ze niet meer terug hoeven te komen. Dit werkt zeer preventief.


portofoons

"reactieIk denk dat ik toch zou kiezen voor de portofoons. Alleen camera's is alleen achteraf het incident terugkijken, of iemand moet constant de beelden in de gaten houden en hopelijk op tijd zien wat er aan de hand is, dus die valt snel af. 

Training is altijd een goede optie , maar korte cursussen zijn nou ook weer niet voor iedereen even effectief. Met portofoons kun je in ieder geval collega's alarmeren met 1 druk op de knop. Met meerdere collega's ben je sterker. 


Ook kun je gelijk iemand anders de hulpdiensten laten waarschuwen vanuit een andere ruimte zodat je zelf de handen vrij hebt, en de agressor niet perse hoeft te weten dat er politie onderweg is. 

Daarnaast kun je portofoons ook gebruiken bij andere calamiteiten zoals bhv en dagelijkse werkzaamheden efficiënter doen omdat je veel makkelijker communiceert. Ik moet er wel bij zeggen dat het effect valt en staat bij het gebruik er van, dus het moet wel met goede gebruikersinstructies komen, en eventueel zelfs wat training. 

"reactieHet verloop van personeel bij zulke settings zal groot zijn (spreek uit ervaring ) Ik denk dat portofoons de beste optie zijn voor de lange termijn. Met camera's gaan werken ligt gevoelig op gebied van privacy.
In de hulpverlening sector waar agressie voorkomt is deze continuïteit een onzekere factor. Gevoel van veiligheid is erg belangrijk en piepers en portofoons dragen hier toe bij. Maar je houdt natuurlijk altijd het grijze gebied totdat de versterking er is, daar is training van belang.


camera's

"reactieVergeet niet dat camera's ook een grote preventieve werking hebben. Zeker als je je toegangsbeleid erop afstemt en open en bloot op een scherm laat zien wat de camera's opnemen. 

"reactieAls ik zou moeten kiezen ging ik voor de camera's en hun preventieve werking, maar....vergeet niet dat een klant deze punten aandraagt uit een visie van onkunde, en voor advies zijn ze uiteindelijk bij jou gekomen, ik zou toch eerst een vrijblijvende analyse maken door het pand om te kijken of er bouwkundig niets mogelijk was voor het geld wat ze te besteden hebben, wellicht kun je met kleine aanpassingen het pand visueel overzichtelijker maken......


Dus mijn advies zou zijn dat er wellicht meerdere opties mogelijk zouden zijn. Zolang mensen rustig redeneren en een soort risicoanalyse maken voordat ze agressief worden werken camera's preventief. 


"reactieZodra mensen (enigszins) door het lint gaan en niet meer nadenken over de gevolgen heb je daar niet zo veel meer aan. Dat is dus weer situatie-afhankelijk. Voor een echt goed advies moet je dus de situatie goed begrijpen, maar goed, het is een interessante casus uiteraard. Persoonlijk zou ik ook het liefst camera's adviseren aangezien ik die zelf verkoop ;)

Nabeschouwing

Ik heb de discussie als zeer nuttig ervaren en heb er een aantal dingen voor mezelf uitgehaald. Ik had bijvoorbeeld nog niet aan de suggestie van de inrichting gedacht. Door met vernieuwende ideeën te komen, trek je volgens mij de aandacht van een opdrachtgever. Als later blijkt dat die optie toch te duur is, ben jij degene die het verteld aan de klant en ben je de enige gesprekspartner. 

Vooral in de zorg is men veel bezig met mensenwerk en wordt vaak aan mensgerichte oplossingen gedacht. Daarbij is de medewerker ook de bron van de vraag en doe je het als directie en trainer goed als je daar dus ook aandacht aan besteed.


De meerdere functies die een portofoon in kunnen nemen zijn naar mijn mening ook een mooi advies en hier kan een extra geldbron gevonden worden.
Ieder bedrijf moet voldoen aan bepaalde BHV eisen en daarvoor komt het geld meestal uit een ander potje. Wellicht speel je naast de aanschaf van portofoons vijf trainingsmomenten vrij. 


De verdiepende vragen geven je uiteindelijk een concreter beeld van de situatie, al zou ik niet te diep doorvragen op het handelingsprotocol als het antwoord "nee" is. Daarmee kun je een klant in de verdediging drukken en kan hij/zij weg lopen naar een ander.


over de blogger




De hier beschreven discussie is een verdienste van iedereen die heeft meegedaan aan deze discussie in deopen linkedin groep “Docent gevaarsbeheersing/ weerbaarheid”, dus niet van een afzonderlijk persoon. De samenvatting en persoonlijke visie in de afsluiting zijn opgesteld door Joost Verbrugge en ook niet per definitie de enige mogelijke samenvatting.
De linkedin groep is niet alleen voor SRDG leden. Iedereen die zich aan de paar basale groepsregels houdt is meer dan welkom. SRDG is van mening dat van iedereen te leren is en verwelkomt daarom iedereen die mee wilt praten over gevaarsbeheersing en weerbaarheid in deze groep. Bent u nieuwsgierig geworden welke discussies nog meer gevoerd worden? Kom gerust eens kijken.



Het volgende blog wordt omstreeks 14 december geplaatst.

vrijdag 10 oktober 2014

Het Menselijk Verdedigings Systeem

Stelling:
“Veel martial arts beoefenaars hebben zich op een bepaald moment in hun training de vraag gesteld of zij hetgeen zij geleerd hebben, in een echte zelfverdedigings- situatie ook
toe zouden kunnen passen.”

Voor mij is deze stelling in ieder geval zeer herkenbaar.
In de martial arts-systemen waarin ik getraind heb (judo, taekwondo, aikido, boksen en MMA), werd hier weinig of geen aandacht aan besteed. uiteindelijk wil je toch vooral voorkomen dat je in een situatie terecht komen waar je de aangeleerde kennis toe moeten passen. En terecht!

Mindset en stress tijdens een (verrassings)aanval


Maar bepalen we dat altijd zelf? Zijn er situaties denkbaar waarin we daar zelf minder of geen invloed op hebben? Bepaalt niet uiteindelijk de agressor wanneer, hoe, hoe lang en in welke mate hij in de aanval gaat?


Het beoefenen van een budovorm of vechtsport, of het doen van een cursus zelfverdediging geeft bepaalde tools en mentale vorming die een veilig, sterk gevoel geven. 


Kunnen we nog gebruik maken van deze tools en mindset onder de stresslevels die een (verrassings)aanval op straat met zich meebrengen?? 

De stress die zo’n scenario met zich mee brengt maakt dat het cognitieve brein of neo cortex (het gedeelte van onze hersenen waar al hetgeen we aangeleerd hebben opgeslagen is) niet meer toegankelijk is, althans tijdelijk. Dit is ook wetenschappelijk aangetoond

(o.a. door een studie van de Universiteit van Amsterdam naar de effecten van stress op schietbeslissingen van politieambtenaren.)

Voeg daarbij het feit dat het gemiddelde straatgevecht maar ongeveer 30 seconden duurt, en dan heb je het antwoord op de hier boven gestelde vraag.

Trainen instinctieve reactie

Wat is dan die instinctieve reactie? In het Engels wordt het de ‘startle flinch’ genoemd.
Deze spontane reactie wordt aangestuurd vanuit het oudste gedeelte van ons brein, het reptielenbrein, of amygdala. Het is een autonoom proces wat gericht is op overleven. 


Simpel gezegd: de amygdala herkent ‘fouten’ in onze omgeving en reageert daarop. Soms is deze reactie subtiel, bijvoorbeeld een “neen”-gevoel wanneer je tijdens het uitlaten van de hond een groepje hangjongeren nadert. De startle flinch is echter een veel heftigere, fysieke reactie die optreed wanneer een stimulus te snel wordt geïntroduceerd. M.a.w. als je ergens van schrikt of door verrast wordt.

Zoals gezegd is dit een autonoom proces. Het staat los van de rest van ons brein. Fouten worden dus in eerste instantie altijd gekwalificeerd als (levens)bedreigend, en als zodanig reageert ons lichaam. 


Instinctief dus: handen omhoog om te beschermen en/of af te duwen; hoofd afgedraaid van het gevaar; lichaam in een achterwaartse beweging weg van de dreiging.

Je kunt dus stellen dat de mens is ‘ontworpen’ om te vluchten van gevaar, en niet om de strijd aan te gaan.

Wanneer we niet bewust zijn van de startle flinch is het risico dan ook groot dat we hierin blijven hangen in de zogenaamde vlucht- of (be)vries reactie. En dat is niet handig als je (plotseling) echt aangevallen wordt en niet weg kunt komen.



Het goede nieuws is dat je jezelf kunt aanleren om vanuit startle flinch door te schakelen naar tactisch handelen. Wanneer je dit doet train je jezelf door middel van klassieke en operante conditionering de startle flinch te herkennen en die om te zetten in functioneel bewegen, waardoor je terecht komt in het z.g. punt van dominantie: Je krijgt jezelf weer onder controle. Vanaf dit punt van dominantie is het weer mogelijk om na te denken en eventueel (aangeleerde) verdedigingstechnieken toe te passen. 


Dit filmpje maakt duidelijk wat ik met bovenstaande omschrijving bedoel: Je ziet de kale man instinctief reageren op de klap die de ander plotseling uitdeelt, door zijn handen omhoog te doen en zijn hoofd af te draaien; de startle flinch, die er voor zorg dat hij niet kritiek geraakt wordt, waarna hij zichzelf weer onder controle krijgt (punt van dominantie) en bewust kan reageren op de aanval.

Naast bewustwording, training en conditionering van het Menselijk Verdedigings Systeem M.V.S.), is en blijft training van zelfverdedigingstechnieken dus zeer belangrijk.


M.V.S. in martial arts en fysieke weerbaarheids- en gevaarsbeheersingstrainingen.


Het moge duidelijk zijn wat de meerwaarde is van het implementeren van het trainen van het M.V.S. in fysieke weerbaarheids- en gevaarsbeheersingstrainingen.
Het fungeert als een brug tussen ons survival mechanisme (wat we niet kunnen controleren, en wat maakt dat we niet meer bewust kunnen denken en handelen), en aangeleerde technieken (die we pas toe kunnen passen als er weer enige vorm van bewust denken is).

Mijns inziens hoort het M.V.S. een essentieel onderdeel te zijn van alle trainingen die wij als docenten gevaarsbeheersing verzorgen. Hetzelfde geldt voor martial arts trainingen die gericht zijn op zelfverdediging. 



Hoe bouw je M.V.S. in in je reguliere training?


Je kunt M.V.S. inbouwen in je reguliere training door het oefenen van bepaalde scenario-drills.

Deze trainingsmethode wordt ook wel Confrontational Replication Training (C.R.T.) genoemd, en is het resultaat van meer dan 15 jaar ervaring en ontwikkeling rondom het thema stress en agressie.

Zoals de naam al zegt train je dus replica’s van confrontaties. Deze confrontaties kunnen op verschillende plaatsen in het agressiespectrum plaats vinden. Denk bijvoorbeeld aan een lastige klant aan de balie, een patiënt die een verpleegster slaat met een kruk, of een schietincident tijdens een politiedienst.

C.R.T. kun je zien als een soort lego systeem waarbij je blokjes toevoegt dan wel wegneemt naarmate de doelgroep daarom vraagt. De methodiek is gebaseerd op wetenschap en heeft als doel het individu op een zo realistisch mogelijke manier te trainen in het handelen in lastige situaties zoals die in de praktijk voor kunnen komen.


Bronnen:


www.crteducation.nl

Afbeeldingen:



Arcon van Gorp is eigenaar van A-tac Agressiemanagement en Weerbaarheid, en verzorgt trainingen en cursussen op het gebied van o.a. stress- en agressiemanagement, realistische zelfverdediging, weerbaarheid en gevaarsbeheersing, voornamelijk in de jeugdzorg, aan zowel jongeren als zorgprofessionals. Hij is docent gevaarsbeheersing docent M.V.S. en advanced rots en water trainer. In zijn vrije tijd beoefent hij Krav Maga, Boksen en MMA.

Twitter: @AtacAgressie 

zaterdag 13 september 2014

Als je veilig terug kunt gaan...

Toen Joost mij, als psycholoog en ‘aangetrouwd’ lid van de Verhoeven Familie (waar iedereen weerbaar genoeg is, kan ik je vertellen), vroeg mee te doen in de blogreeks, zei ik enthousiast ja. Hij had al eerder dingen van me gelezen en vond mijn stijl, geloof ik, wel vermakelijk.

Bij de start van de blogs, deinsde ik een beetje achteruit. Van de informatieve stijl, de hoeveelheid aan informatie en vooral, hoe ver het werk van een "gevaarsbeheerser" toch nog van mijn werk afstaat.
Bovendien schrijf ik normaal van die viva-achtige columns, je weet wel, over teveel wijn en andere vrouwen dingen (zoals totaal onbegrepen worden door de mannelijke medemens). Nochtans zal ik, na het lezen van de mooie onderwerpen hier, mijn stijl toch iets moeten aanpassen. Beginnend dan met de eerste vraag; Wat zouden "zij" nu wél van mij willen weten?

Ik kan niet anders, als kind- en jeugdpsycholoog, dan jullie mee terug te nemen naar het prille begin, de eerste weken, maanden en jaren van een kinderleven, waar de basis wordt gelegd van de karaktervorming, de persoonsontwikkeling en de latere draagkracht van een volwassen iemand. 
Uitgelegd
denkend vanuit de wereld van een kind, waar simpele metaforen en spel bijna altijd krachtiger zijn dan woorden, om de soms keiharde realiteit te kunnen omschrijven en te bevatten. 

Ik stel me een haventje voor, met een kleine opening naar zee. Eromheen de pier, van houten planken en steunend op palen in het water. In het water liggen drie bootjes, twee grote boten, één kleintje.
In het meest ideale geval wordt het kleine bootje stap voor stap klaargestoomd om die grote zee op te gaan. Het kleine bootje wordt ondersteund, het krijgt uitleg op zijn niveau, mag meedenken en wordt overspoeld met liefde en complimentjes. 

De twee grote boten waken over hem, breken de hoogste golven af en beschermen hun bootje waar nodig. Uiteindelijk, als het bootje sterk genoeg is, gaat het voorzichtig en onder toezicht, eens proberen zelf uit te varen.

“Als je veilig terug kunt gaan, naar daar waar het begon, kun

je je zeiltje hijsen, tot aan de horizon". Een "veilige hechting" is het resultaat. Een diep verankerd veilig gevoel, dat er altijd kansen zijn, dat je niet zult zinken, dat je opgevangen wordt als het niet gaat, dat je er mag zijn.

Maar stel nou, dat een bootje veel te snel die zee op wordt geduwd. Zonder goede voorbereiding. Dat er de hele tijd wordt geschreeuwd dat hij "stuurboord" moet gaan, maar hij begrijpt niet wat er wordt bedoeld?! 
Of dat de grote boten constant kapseizen en het maar de vraag is waar en wanneer ze weer opduiken. Dat het bootje alles doet om zijn voorbeelden tevreden te stellen, maar de reacties zo onvoorspelbaar zijn, dat hij ophoudt met proberen. Deze bootjes zijn vaak "onveilig gehecht" (ongeveer 40%).

Alle bootjes worden groter, ook deze. Hoewel ontstaan in de kindertijd, is een onveilig wereldbeeld, een gevoel dat je iets te kort bent gekomen of dat er niet naar je is geluisterd, dat je niet kunt vertrouwen op mensen om je heen, iets wat de rest van je leven aan je bootje blijft hangen. 
Het zal bepalend zijn hoe jij in je leven met anderen omgaat. Ook bepaalt het deels hoe jij anderen met jou om laat gaan. Vooral op momenten dat je kwetsbaar bent, dat je in je kracht moet gaan staan, jezelf moet laten horen of voor jezelf op moet komen.
Dát zijn de momenten waar je jezelf wél de moeite waard moet vinden. En dat is niet altijd het geval. Op deze momenten is het fijn als er ondersteuning van de kant kan komen.

Daar staan jullie, de weerbaarheidstrainers, op de pier. Het goede voorbeeld te geven, hun rug te rechten en het belang van oogcontact te benadrukken. Ze laten de bootjes weten dat zij er wel toe doen!

Dat ze van zich af mogen bijten, dat wat zij voelen niet minder belangrijk is dan het belang van anderen. Door praktische oefeningen te geven, leren ze dat zware anker uit de grond te trekken en toch met opgeheven hoofd die zee op te varen. 

Je zult merken dat deze bootjes soms wat weerstand geven, misschien negatief zijn, je een beetje uittesten.
Blijf je wel investeren in mij, ondanks dat ik je niet vertrouw? Kun je mijn gedrag verdragen? Ga je wel grenzen stellen of geef je het op? En dan komt de weerbaarheid en positiviteit van de trainer om de hoek kijken. Besef dat een afwijzing, een tegenslag, een extra klomp ijzer aan het toch al loodzware anker is. En een punt voor de veronderstelling, dat niets hem uiteindelijk toch zal gaan lukken.

Soms is de grens bereikt. Verstoort dit bootje teveel de groep, of, heeft het te weinig vertrouwen en handvaten om het geleerde toe te passen. Dan doe je er wijs aan door te verwijzen naar een psycholoog/psychotherapeut. Deze zal, mits het bootje het toelaat, in het water springen en vanuit die kant proberen vanuit allerlei invalshoeken, samen met het bootje of zijn ouders, zijn gedrag te verklaren. Hoe vroeger je erbij bent, hoe beter. 

Grote boten willen het zo vaak ook heel goed doen, maar zijn zelf ook een klein bootje geweest. Zij zijn soms met kleine aanwijzingen zeer capabel het roer alsnog om te gooien. Het meest lastige is toegelaten worden in het water, zonder omgevaren te worden. Daarvoor moet je al psycholoog ook de nodige weerbaarheid technieken bezitten.

En wat betreft de kleine bootjes; die zijn speels en ze willen die horizon bereiken. Daarvoor bezitten ze flink wat veerkracht en sterke zeilen, die optimaal functioneren op complimenten en vertrouwen van iedereen op de pier.
En als dat dan lukt hè? Als je dat kleine bootje, zachtjes deinend op een comfortabele wind, die smalle doorgang uit ziet varen, dan is dat echt een prachtig gezicht.

The End. Ik hoop dat het klopt. Dat deze blik in mijn werkwereld inderdaad iets is wat ‘jullie’ van mij wilden weten. Dat ‘jullie’ nu weten hoe we elkaar kunnen aanvullen en gebruik kunnen maken van elkaars expertise. Dat ‘we’ nu samen even een momentje pakken om trots te zijn op de kracht van ‘ons’ werk.



Informatie

Wil je meer weten over de verschillende vormen van onveilige gehechtheid, de uitingsvormen en gevolgen voor de volwassenheid, zijn er verschillende artikelen beschikbaar. Deze zijn bij mij op te vragen. 

Twijfel je in je groep over bepaalde personen, overleg dan met een professioneel therapeut in je omgeving of met de huisarts, altijd ná toestemming van je deelnemer. Wij allen hebben een signalerende functie, met name wanneer het kinderen betreft. Zie je gedrag wat kan wijzen op een onveilige hechting of anderszins onveiligheid, houdt dan goed bij wat je signaleert en probeer bespreekbaar te maken wat je hebt gehoord of gezien. Kijk of er al ondersteuning is. 

Vraag bij aanhoudende zorgen, of je mag doorverwijzen. Vind je geen gehoor, raadpleeg dan het AMK of BJZ (volgend jaar wordt dit het AMHK). De meldcode kindermishandeling, geeft een goede leidraad, wat je als voorliggend veld kunt doen. Belangrijkste advies, zoek je collega’s op voor overleg!

Over de blogger

Dominiek Huis in ’t Veld is GZ- psycholoog Kind en Jeugd en aandacht functionaris Kindermishandeling en Huiselijk geweld binnen de GGZ Oost Brabant, haar huidige werkplek. Zij werkt met kinderen met uiteenlopende psychiatrische problematiek; zowel ontwikkelingsstoornissen als emotionele stoornissen en traumabehandelingen. Daarbij staat het kind en zijn gezin centraal. Daarnaast geeft zij vanuit haar werk en op eigen titel, trainingen ‘Communiceren over geweld’ en ‘Signaleren kindermishandeling’. Daarvoor heeft zij enkele jaren gewerkt binnen een Blijf van mijn Lijf huis en dak- en thuisloze zorg.

Linkedin profiel Dominiek

vrijdag 8 augustus 2014

Rollenspelen in psychofysieke weerbaarheidslessen

In mijn eerdere blog, nodigde ik iedere trainer "hanteren van agressie" en "gevaarsbeheersing" uit om een licht op te steken bij de psychofysieke weerbaarheid. In dit blog geef ik een korte schets over werkwijze van de opbouw naar rollenspelen in weerbaarheidstrainingen.


Uitgangspunten


In weerbaarheidstrainingen is de trainer verantwoordelijk voor een goede sfeer. Uit onderzoek blijkt dat mensen het beste leren als ze zich veilig voelen en als ze vrolijk zijn. De thematiek waar we mee bezig zijn is echter allerminst ‘veilig en vrolijk’, maar roept vaak angst en onzekerheid op en niet zelden ook herbeleving.

Aan de trainer om niet alleen de sfeer goed te houden, maar de deelnemers daarnaast uit te dagen om te leren en om hen succeservaringen te geven. En dat in een kortdurende training met niet zelden getraumatiseerde deelnemers!

Naast de randvoorwaarden in de training die de veiligheid waarborgen, zoals Susanne in haar bijdrage schetst, hanteren we een aantal andere belangrijke uitgangspunten:

  • We oefenen eerst de losse elementen
  • Daarna oefenen we combinaties van die elementen
  • Dan komen de abstracte rollenspelen waarin het geleerde geoefend wordt
  • Pas daarna sluiten we af met een rollenspel waarin een werkelijke situatie geoefend wordt. 

Doordat alle losse elementen die gebruikt moeten worden om een rollenspel tot een succes te maken al succesvol geoefend zijn, wordt ook het rollenspel een succes.

Als volgens deze opbouw gewerkt wordt, oefent de deelnemer zo niet alleen de feitelijke voorliggende situatie van dit specifieke rollenspel, maar begrijpt en ervaart hij dat alle andere situaties van grensoverschrijdend gedrag ook zo opgelost kunnen worden.

Tot zover de theorie waar ik in het kader van deze blog niet verder op in zal gaan. Om deze uitgangspunten verder toe te lichten zal ik dit verder uitwerken aan de hand van rollenspelen waarin cursisten oefenen te confronteren. Het gaat dan om situaties waarin geen directe dreiging van geweld is (dan moet je immers iets anders doen, bijvoorbeeld vluchten, vechten of de-escaleren).

Voorbeelden van deze situaties zijn onder meer: iemand wordt lastig gevallen bij een bushalte, iemand heeft iets van je geleend en wil het niet terug geven of iemand staat te dicht bij je.

De hier gepresenteerde uitgangspunten worden echter ook bij andere rollenspelen gebruikt, zoals die waar wel de-escalatie geoefend wordt.

De feitelijke situaties verschillen natuurlijk per doelgroep. Zo zijn er trainingen met deelnemers die een enquêteur al als bedreigend kunnen ervaren.

Confrontatieregels


Allereerst bepaal je als trainer welke vaardigheden een cursist onder de knie moet hebben om een bepaald rollenspel (aan het einde van je training) succesvol te kunnen uitvoeren. Meestal zullen dat de confrontatieregels zijn.

Deze worden in weerbaarheidstrainingen gebruikt als een checklist om voor jezelf op te komen in grensoverschrijdende situaties die in principe niet escalerend zijn. Het spreekt voor zich dat in agressieve situaties eerst gede-escaleerd moet worden alvorens iemand geconfronteerd kan worden met zijn of haar onwenselijk gedrag.

Iemand die deze ‘regels’ volgt heeft een grotere kans om gerespecteerd te worden in zijn of haar wensen omdat hij of zij overtuigend overkomt.

Deze confrontatieregels zijn als volgt:

  • Blijf rustig en adem goed door;
  • Wees overtuigd van jezelf en neem ruimte in (rug recht, stevig staan);
  • Kijk de ander recht aan, maak oogcontact;
  • Laat je stem rustig en overtuigend klinken;
  • Benoem het ongewenst gedrag en zeg wat de ander moet doen, vermijd discussie;
  • Je houding, je woorden en je gezichtsuitdrukking moeten overeenstemmen;


Werkvormen: de opbouw


Als de confrontatieregels gecombineerd worden met de aan het begin van dit blog gepresenteerde uitgangspunten betekent dit het volgende:

In de eerste lessen wordt vooral gewerkt met losse werkvormen om oogcontact, houding, ademhaling te oefenen. Pas wanneer alle deelnemers aan een cursus bijvoorbeeld een juist stemgebruik hebben, een correcte ademhaling en oogcontact kunnen maken, worden werkvormen gepresenteerd waarin die drie gecombineerd worden. En pas als dat lukt, wordt overgegaan naar het oefenen met alle confrontatieregels tezamen. En als iedere cursist dat succesvol kan, worden meer realistische rollenspelen aangeboden.

In die eerste werkvormen wordt dus slechts één aspect geoefend.

Dat doen we op een speelse, luchtige manier. Door bijvoorbeeld veelvuldig te werken met muziek of met spelvormen wordt het accent op dat ene aspect gelegd en niet op het totale plaatje. Hierdoor leren de cursisten gemakkelijker en wordt voorkomen dat ze een herbeleving krijgen. Immers: wij werken middels beleving en ervaring, maar niet door herbeleving – weerbaarheidstrainers zijn geen therapeuten.


Werkvormen: voorbeelden


Er zijn in de loop van de jaren tientallen, zo niet honderden werkvormen bedacht en gedeeld. We worden met zijn allen steeds vaardiger in het herkennen en ombouwen van bestaande werkvormen naar weerbaarheidswerkvormen. Wel eens bedacht bijvoorbeeld om de Nieuw-Zeelandse Haka   met een groep aan te leren om stevig staan en stemgebruik te oefenen? 





Vorig jaar was er iemand op onze post-hbo opleiding die dit bedacht heeft! En het werkte fantastisch! Haar deelnemers toonden vechtlust, ervoeren saamhorigheid en oefenden tussendoor stem, stevig staan en ademhaling. 

Een ander bekend voorbeeld is het inzetten van muziek en de deelnemers door elkaar door de ruimte te laten lopen. Dat kan met stevige muziek om de cursisten te laten stampen en dus stevig te laten staan (als de muziek stopt, staat iedereen stevig) of met bijvoorbeeld het muziekstuk Carnaval Des Animaux waarin de deelnemers op de tonen van de muziek sluipen, stampen of juist huppelen. 


Het volledige muziekstuk duurt te lang om in het blog te tonen, daarom hier twee stukjes:

Carnaval des Flamants roses



Carnaval des Animaux (aquarium)



Erg succesvol en ook weer bedacht door één van mijn deelnemers aan mijn trainingen voor (toekomstige) weerbaarheidstrainers is het spel ‘watchman’ (oogcontact):
Maak kaartjes, zoveel als er groepsleden zijn. Een kaartje heeft een kruis, een aantal kaartjes (in een groep van 12 bijvoorbeeld 4) hebben een oog en de rest van de kaartjes hebben een nummer.
Iedereen krijgt een kaartje dat je niet aan anderen mag laten zien. De persoon met het kruis is de ‘tikker’. De mensen met de ogen moeten er achter komen wie de tikker is. De tikker tikt mensen door naar ze te knipogen.
Als je een knipoog krijgt, wacht je vijf tellen en dan ben je af (ga je zitten). Zodra iemand met een oog op het kaartje weet wie de tikker is, steekt hij de hand op.

Mijn favoriet is de Nee-cirkel omdat deze werkvorm slecht 3 tot maximaal 7 minuten duurt en in allerlei variaties is toe te passen. Ik gebruik hem vaak vlak voor een rollenspel om nog even alle confrontatieregels de revue te laten passeren.


Alle deelnemers staan in een kring en zeggen om de beurt nee, houdt daarbij een hoog tempo aan. Dat kan op verschillende manieren.
Bijvoorbeeld: nee zeggen alsof je het wel of juist niet meent, alsof je erg boos bent, in de taal van je moeder, met een gebaar, assertief, nee zeggen en ja knikken, met een lachend gezicht, met een serieus gezicht. Enzovoorts.
Deelnemers leren zo dat de gezichtsuitdrukking congruent moet zijn met hun boodschap. Deze werkvorm kan meerdere keren terugkomen in een training en kan ook al in het begin van een cursus, zelfs in de eerste les, aan de orde komen. Dan is het ook een goede manier voor de trainer om de deelnemers te observeren.

Over de blogger

drs Berendineke Steenbergen


Berendineke studeerde Sociale Wetenschappen en combineert een baan als manager, tegenwoordig bij de Hogeschool Utrecht, met het geven van. Zij doet dat sinds eind jaren ’90. Ze is sinds 2001 als opdrachtgever of ontwikkelaar bij alle landelijke opleidingen tot weerbaarheidstrainer als opdrachtgever of ontwikkelaar betrokken geweest en is initiatiefnemer van de post-hbo opleiding tot weerbaarheidstrainer van het Centrum voor Social Work van de Hogeschool Utrecht. Daarnaast was zij voorzitter van de Beroepsvereniging Docenten Weerbaarheid en Zelfverdediging. Tegenwoordig is ze vooral actief als methodiekontwikkelaar van psychofysieke weerbaarheidstrainingen en geeft ze masterclasses voor trainers die zich verder willen bekwamen in het geven van weerbaarheidstrainingen. Voor de opleiding Docent Gevaarsbeheersing is zij gastdocent en examinator..

Zij mag dus met recht een expert op het gebied van weerbaarheid genoemd worden.

Twitteraccount: @BerendinekeS
De website www.skidbladnir.nl is medio 2014 online


Binnenkort zal Berendineke voor iedereen die actief is als trainer weerbaarheid een masterclass organiseren met als thema de opbouw naar rollenspelen in de les. Hier komen allerlei werkvormen aan bod die je kunt inzetten. Interesse? Zoek contact via LinkedIn of Twitter.